zaterdag 4 december 2010

Wonderpillen

Ik had, thuisgekomen na het 'prikincident', een lekker dik stuk kaas gekregen. Wat een goed spul is dat, want  kort daarna voelde ik me al een stuk beter. Mijn baas nam me mee naar het welbekende veld om ballen te gooien. Teruggekomen had ik echter nog geen zin in eten.
's Avonds wilde ik nog wel een keer met de bal, dus net zo lang bij de baas gezeurd dat ie uiteindelijk meeging. We namen de grote voetbal mee. Ik ging helemaal los in de sneeuw.
Op de terugweg kreeg ik één voor één brokjes. Ik lustte er wel een paar, want ik had een beetje honger.
Vanochtend heb ik mijn baasjes uit bed gehaald, want ik wilde naar buiten. Ik kreeg weer brokjes in mijn bak. Is er geen rijst met kip? Die brokken hoef ik niet. Pas toen mijn baas me voerde nam ik er een paar. Ook kreeg ik weer een stuk kaas. Er zat iets hards in. Ik probeerde het te kauwen, maar het smaakte vies. Mijn baas raapte het op en ik kreeg nog een stukje kaas. Mijn baas keek me aan en toen op de grond. "Let lekker op jezelf."
Ik ben met beide baasjes uit geweest, maar dit keer hoefde ik niet in de auto. Dat vind ik juist zo leuk. Tijdens de wandeling kreeg ik weer brokjes toegestopt. Ik at ze wel, omdat ik verder niets kreeg.
Ik lig nu op mijn kleed en wacht geduldig totdat ik iets lekkers krijg, liever geen brokken nog, of naar buiten mag, zodat ik lekker door de sneeuw kan draven.