In de jaren dat ik bij Ineke en André woon heb ik veel geleerd: zit, af, wacht, blijf, nee, uuuuh!, hier, uit. Ik kan tijd lezen. Ik weet nl. precies wanneer ik uit ga. Ik weet ook wanneer mijn baas terugkomt. Ik ga dan naar mijn bazin en vraag of ze mee gaat hem op te halen. Daarnaast heb ik ook geluiden leren herkennen. Als mijn baas 's avonds zijn schoenen aandoet weet ik dat dat het teken is voor mijn laatste rondje uit. Daarnaast zijn er de betere geluiden voor mij, want die eindigen meestal in iets lekkers. Het geluid van een lepeltje in een glas betekent een likje melkschuim, het schrapen van een mes over een geroosterde boterham betekent een stukje kaas en het kraken van een bakje betekent een hondenkoekje.
Als ik in de auto ga, gaan we leuke dingen doen. Soms stapt mijn baas uit en blijf ik achter. Ik ga dan rustig liggen, want ik weet precies wanneer hij terugkomt. Ik hoor dan nl. een speciaal geluid. Ook herken ik het speciale geluid van de fiets van mijn bazin. Ik ben dan gelijk wakker als ik lekker lig te slapen voor het raam.
