zaterdag 20 augustus 2011

Springruiter

Dacht ik toch werkelijk dat ik naar Kenny zou gaan. We stonden al op de stoep voor zijn huis en ik was al helemaal door het dolle heen. Ik huilde van opwinding. Maar er gebeurde niets. Geen Kenny en ook geen Debbie of Erwin. Mijn baasjes zeiden van alles tegen me, maar ik begreep het niet.
We stapten weer in de auto en gingen verder. Ergens onderweg draaiden we weer en zag ik weer bekenden: Matthijs en Ingrid dit keer. Ook die gingen aan mijn neus voorbij. Even later waren we bij het huis van Matthijs. Daar logeer ik wel eens. Maar ook hier bleven we niet lang. Wel heb ik kennis gemaakt met Stoffel. Raar beest, want hij verstopte zich telkens. En zijn rug was heel hard. Daar kan ik toch niets mee.
Hups weer in de auto. Ik moest inmiddels best wel plassen. Gelukkig herkende ik de route. We reden naar de spreng. Gezellig in het water. Gerend door kuilen, over heuvels, door het water en gesprongen over takkenbossen. Zo kwam het toch allemaal nog goed.