dinsdag 26 januari 2010

Niemand vertellen

Ik ben vandaag met mijn baas naar Bussloo geweest. Hoe weet hij dat denkt u nu, maar ik weet inmiddels het verschil tussen bos en Bussloo. Mijn baas herhaalt nl. altijd de plek waar we heen gaan. Dus we gingen naar Bussloo.
Bussloo is altijd leuk, want ik kan daar lekker hardlopen, het water in en graven. Het hardlopen lukte wel. Mijn baas gooit dan met twee ballen. Nee niet tegelijkertijd. De eerste bal gaat de lucht in en ik ren erachter aan. Ik hoor "Rennen" en ren snel terug naar mijn baas. Net als ik bij hem ben, roept hij "Los!" Ik laat los, ren door en zie de tweede bal voor me landen. Een mooi spel. En mijn baas? Die wordt niet moe.
Ineens was er geen tweede bal meer. Mijn baas liep naar het water en dacht dat hij erover kon lopen. Hè, dat was geen water meer, want mijn baas stond erop. Even maar, ik hoorde krak, en mijn baas was weer op de kant.
Ik zag de bal liggen. Misschien kon ik hem pakken, maar mijn baas was stellig: "Nee!" Klein stapje dan. Ik gleed, snel terug dan maar. Mijn baas heeft wel vaak gelijk.'
Ik keek mijn baas aan. Wat nu? Nog een bal toch?
Mijn baas liep naar de bosjes, daar waar ik altijd achter vogels aan vang. Ik wachtte.
Ah, daar kwam hij weer aan, met iets in zijn hand. Het was een stok. is ook leuk speelgoed. Oh, niet voor mij  zo te zien. Hij liep terug naar de bal. Dit werd interessant.



Ik hoorde geen Krak, maar mijn baas stond toch op het water. De stok kwam langzaam bij de bal, hij raakte hem, nog een stapje, ja daar kwam de bal. Ik was er als de kippen bij en pakte hem wel even voor mijn baas. "Dank je wel!" Goed geholpen heb ik.
Hè hè, we konden eindelijk weer verder. Ik had wel weer zin om te rennen en de ballen te halen.