zaterdag 20 november 2010

In de stad

Vandaag ging ik met mijn baas weer eens naar de Sprengen. Hier loopt een lang pad met met een beekje. Mijn baas gooit netjes de bal over het pad, maar ik tik hem wel eens het water in. Dan spring ik van de kant zo het water in. Ik maak een grote sprong om weer op de kant te komen.
Aan het eind van het pad moest ik weer aan de riem. Het werd steeds drukker: veel lawaai en veel mensen. Mijn baas leidde me naar een plek met heel veel mensen. Ik moest gaan zitten. En nu? Waarom gingen we niet verder?
Ik keek wat om me heen. Ineens hoorde ik iets bekends, dacht ik. Ik keek en keek en zag plotseling mijn bazin tussen al die mensen. Ik stond op en keek naar mijn baas. "Ik wil erheen!". Gelukkig mocht ik ook. Dat was gezellig.
Met z'n drieën liepen we verder en gingen ergens naar binnen. Het rook er erg lekker. Mijn baasjes aten lekkere dingen en ik, ik kreeg slechts een plastic bakje met water. Nou, Joepie :-( Gelukkig kreeg ik nog iets lekkers van mijn baas.
Na een tijdje werd ik ongeduldig. Veel mensen aaiden me, maar ik wilde wel weer wat gaan doen. Om het duidelijk te maken deed ik maar eens mijn wolvenimitatie. Ik huilde de hele ruimte bij elkaar. Ik had ineens aandacht. Binnen een paar minuten stond ik buiten.
Teruglopend naar de auto, weer via de sprengen, kwam mijn bazin er gelukkig weer bij, want die was ik even kwijt geraakt. Eenmaal in de auto was ik best wel moe.